eigenaarsgroep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eigenaarsgroep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ei·ge·naars·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eigenaar zn en groep zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eigenaarsgroep | eigenaarsgroepen |
verkleinwoord | eigenaarsgroepje | eigenaarsgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
de eigenaarsgroep v
- groep van mensen die samen een bedrijf bezitten
- ▸ De vergadering werd tot gesloten verklaard en nu was het tijd voor verfrissingen, waarbij de eigenaarsgroep ook de gelegenheid had om de twee nieuwe medewerkers te ontmoeten die bij het dochterbedrijf Mercurius Holding BV werkten.[1]
- ▸ De site vanThurn & Taxis in Brussel wordt een complete nieuwe stadswijk. Daarvoor hebben het Brussels Gewest, de eigenaarsgroep T&T-project en de stad Brussel een protocolakkoord ondertekend. De site bij het kanaal wordt een volledige nieuwe stadswijk, met drie- tot vijfhonderd woningen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eigenaarsgroep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron ahs/tvp“Thurn & Taxis wordt volledige nieuwe stadswijk” (18/07/2007), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.