eigendomsperceel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eigendomsperceel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ei·gen·doms·per·ceel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eigendomsperceel eigendomspercelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

heteigendomsperceelo

  1. (juridisch) stuk land dat in particulier bezit is
     De beter gesitueerde stadscreool kiest liever voor een eigendomsperceel op een der verkavelingsprojecten als Ma Retraite, Benie's parks of Cupido, bouwt een huis met balkon en legt een grasgazon aan.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord eigendomsperceel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. eigendomsperceel op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Mildred H. Caprino
    “Contacten tussen stad en district” (1992), DBNL
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.