epifyse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  epifyse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌepiˈfizə/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌepiˈfizə/
Woordafbreking
  • epi·fy·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pijnappelklier’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'phuein' [doen groeien] met het voorvoegsel epi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord epifyse epifysen
epifyses
verkleinwoord epifysetje epifysetjes

Zelfstandig naamwoord

deepifysev

  1. (anatomie) een klier die onderdeel is van de epithalamus en melatonine uitscheidt
    • Door melatonine uit te scheiden oefent de epifyse invloed uit op het dag/nachtritme, daar melatonine de nucleus suprachiasmaticus, die de circadiane ritmes regelt, beïnvloedt. 
  2. (anatomie) het uiteinde van een pijpbeen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord epifyse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.