epilepsiepatiënt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  epilepsiepatiënt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • epi·lep·sie·pa·ti·ënt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epilepsiepatiënt epilepsiepatiënten
verkleinwoord epilepsiepatiëntje epilepsiepatiëntjes

Zelfstandig naamwoord

deepilepsiepatiëntm

  1. (medisch) persoon een neurologische aandoening heeft die gepaard gaat met insulten
     ALMELO - In het Twenteborg Ziekenhuis in Almelo wordt uiterlijk 1 september een polikliniek voor epilepsiepatiënten geopend. De kliniek gaat fungeren als dependance van SEIN (Stichting Epilepsie Instellingen Nederland) in Zwolle.[1]
     Comedian Tim Hartog, Bram Verbrugge (voorzitter van stichting Voor Sara) en epilepsiepatiënte Marlies Akemann zijn morgen te gast in De Ochtend Show to go. De show wordt gepresenteerd door Roel Maalderink en is vanaf 07.30 uur live te zien in onze app en op de site.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord epilepsiepatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Twenteborg krijgt speciale epilepsiepolikliniek” (18-07-2008), Tubantia
  2. Weblink bron “Alles over het coronavirus in Nederland in de Ochtend Show to go” (27-02-2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.