epilepsie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  epilepsie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • epi·lep·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vallende ziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
  • met het voorvoegsel epi- en met het achtervoegsel -lepsie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord epilepsie -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deepilepsiev [3]

  1. (medisch) vallende ziekte, toevallen die hun oorsprong hebben in de hersenen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • Jackson-epilepsie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord epilepsie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.