er
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: er (hulp, bestand)
- IPA: / ɛr / (1 lettergreep), / ər / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- er
Woordherkomst en -opbouw
Bijwoord
er
- onbepaald bijwoord van plaats: ergens
- Er is honger.
- als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een persoonlijk voornaamwoord: het, ze
- Je kunt de bergen boven het (landschap) zien => Je kunt er de bergen boven zien.
- partitief onder weglating van van
- Hij heeft er drie van => hij heeft er drie.
- als inleiding van een onpersoonlijke lijdende vorm van overgankelijke werkwoorden
- Er werden veel broden gebakken.
- als inleiding van een onpersoonlijke lijdende vorm van inergatieve werkwoorden
- Er werd gelachen en gejoeld.
Afgeleide begrippen
voornaamwoordelijke bijwoorden afgeleid van "er"
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
2. als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een persoonlijk voornaamwoord: het, ze
Gangbaarheid
- Het woord er staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "er" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ er op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "er" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈæɐ̯/
Woordafbreking
- er
Naar frequentie | 1 |
---|
Werkwoord
er
- tegenwoordige tijd van være
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
- Een 26-jarige man is overleden nadat hij zaterdagmorgen werd aangereden door een sprinter.
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
Duits
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | ||
nominatief | er | sie | es | sie |
genitief | seiner | ihrer | seiner | ihrer |
datief | ihm | ihr | ihm | ihnen |
accusatief | ihn | sie | es | sie |
Woordafbreking
- er
Persoonlijk voornaamwoord
er
Faeröers
Woordafbreking
- er
Werkwoord
er
- tegenwoordige tijd van vera
- «Noreg er kongsveldi.»
- Noorwegen is een monarchie.
- «Niðurlond ella Háland er kongaríki í Evropa.»
- Nederland of Holland is een koninkrijk in Europa.
- «Noreg er kongsveldi.»
IJslands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- er
Naar frequentie | 3 |
---|
Werkwoord
er
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vera
Werkwoord
er
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vera
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ær/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
Bijwoord
er
Noors
Woordafbreking
- er
Werkwoord
er
- tegenwoordige tijd van være
Nynorsk
Woordafbreking
- er
Werkwoord
er
- tegenwoordige tijd van vera
Werkwoord
er
- tegenwoordige tijd van vere
Oezbeeks
Zelfstandig naamwoord
er
Schrijfwijzen
- Cyrillische transcriptie: эр.
Zweeds
Woordafbreking
- er
Persoonlijk voornaamwoord
er
- jullie (voorwerpsvorm)
Bezittelijk voornaamwoord
er
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.