f-sleutel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  f-sleutel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛfsløtəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • f-sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord f-sleutel f-sleutels
verkleinwoord f-sleuteltje f-sleuteltjes

Zelfstandig naamwoord

def-sleutelm

  1. (muziek) één van drie, bij de voortekening van een notenbalk behorende aanwijzers, die een lijn voor een bepaalde toon markeren, in dit geval de toon 'f'
    De overige lijnen zijn daardoor tevens bepaald. De aanwijzing geldt tot de laatste maatstreep, tenzij voordien anders aangegeven
    • De f-sleutel staat in de voortekening van de onderste notenbalk van een pianopartij. 
Synoniemen
Hyperoniemen
  • muziekteken
Verwante begrippen
Muzieksleutels in het Nederlands
f-sleutelc-sleutelg-sleutel

contrabassleutel• bassleutelbaritonsleuteltenorsleutelaltsleutel • mezzosopraansleutel • sopraansleutel • vioolsleutelFranse vioolsleutel

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord f-sleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.