fandag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fandag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fan·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fandag fandagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defandagm

  1. een evenement dat één dag duurt voor de supporters van een artiest of sportclub
     Agterberg is sinds drie jaar op Zandvoort actief als marshal. "Via een collega kwam ik er meer over te weten op een fandag. Het is nu echt een hobby geworden."[1]
     Yilmaz en Erdogan sluiten zich aan bij de selectie en zijn meteen opgenomen in de selectie voor de laatste oefenwedstrijd tegen VVV-Venlo, komende zaterdag tijdens de fandag van de Limburgse club. De eerstvolgende training staat gepland op maandag 1 augustus.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord fandag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Joost Smedema
    “De weg wijzen, veiligheid garanderen en genieten: Zandvoort leunt op vrijwilligers” (Zondag 5 september 2021), NOS
  2. Weblink bron “Papierwerk afgerond: Burak Yilmaz speelgerechtigd voor Fortuna Sittard” (29-07-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.