fleswater

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fleswater    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fles·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fleswater
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetfleswatero

  1. drinkwater dat in flessen is gebotteld
    • Consumenten blijken bewuster dan ooit te kiezen voor suikervrije dranken. De wereldwijde verkoop van flessen water is sinds 2008 elk jaar gestegen met gemiddeld 6 procent. Bij frisdrank beperkt de jaarlijkse stijging zich tot 1,3 procent. Tegen het einde van 2015 zal ruim 53 miljard liter fleswater verkocht zijn, vergeleken met 227 miljard liter frisdrank.[1] 
    • Een gesprongen waterleiding heeft het Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam dinsdagochtend flinke problemen bezorgd. Het hele ziekenhuis zat enkele uren zonder kraanwater. Daardoor konden operaties en poliklinische ingrepen niet doorgaan, lag de spoedeisende hulp grotendeels plat en waren patiënten en personeel aangewezen op fleswater.[2] 
Synoniemen
Antoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord fleswater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.