fruitboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fruitboom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fruit·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fruitboom fruitbomen
verkleinwoord fruitboompje fruitboompjes

Zelfstandig naamwoord

defruitboomm

  1. (plantkunde) boom die fruit oplevert
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fruitboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.