gain

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  gain (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡeɪn/
  • SAMPA: /geIn/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelengelse gain.
Naar frequentie 1132
vervoeging
onbepaalde wijs to  gain 
he/she/it  gains 
verleden tijd  gained 
voltooid
deelwoord
 gained 
onvoltooid
deelwoord
 gaining 
gebiedende wijs  gain 

Werkwoord

gain

  1. overgankelijk aankomen
  2. overgankelijk behalen
  3. overgankelijk bekomen
  4. overgankelijk opdoen
  5. overgankelijk verdienen
  6. overgankelijk verkrijgen
  7. overgankelijk winnen
  8. overgankelijk zwaarder worden
Synoniemen
Naar frequentie 2651
enkelvoud meervoud
gain gains

Zelfstandig naamwoord

gain

  1. aanwinst
  2. acquest
  3. baat
  4. belang
  5. buit
  6. gewin
  7. opbrengst
  8. profijt
  9. prooi
  10. stijging
  11. verdienste
  12. voordeel
  13. winst
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.