ganglion
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ganglion (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gan·gli·on
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘zenuwknoop, peesknoop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ganglion | gangliën ganglia |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ganglion ; m en o
- (medisch) zenuwknoop
- (medisch) een holte in of bij een gewrichtskapsel of peesschede die gevuld is met geelachtige glijstof
Vertalingen
1. zenuwknoop
Gangbaarheid
- Het woord ganglion staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ganglion" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ganglion" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ganglion | ganglions ganglia |
Zelfstandig naamwoord
ganglion
Estisch
Zelfstandig naamwoord
ganglion
Frans
Zelfstandig naamwoord
ganglion
Noors
Zelfstandig naamwoord
ganglion
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
ganglion
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.