geitenhaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geitenhaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɛitə(n)ˌhar/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gei·ten·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenhaar [3] geitenharen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgeitenhaaro

  1. weefsel gemaakt uit de haren van geiten Capra aegagrus hircus 
    • Ik verlang naar de tent van geitenhaar, weg uit het huis van leem,
      Zoals ik verlang naar een horizon vol witte kamelen.
       [2]
  2. vacht van de geit Capra aegagrus hircus 
    • In de film draagt Hiddleston een zwarte pruik van mensen- en geitenhaar. [3]
  3. enkel draadje uit de vacht van een geit Capra aegagrus hircus 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • [1] geitenwol
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3] harrewarren over een geitenhaar
    ruzie maken over iets onbenulligs

Gangbaarheid

  • Het woord geitenhaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.