geitenhouderij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geitenhouderij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gei·ten·hou·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenhouderij geitenhouderijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeitenhouderijv

  1. (veeteelt) boerderij waar men geiten houdt
     De patienten stellen de gezamenlijke geitenhouders aansprakelijk omdat een rechtstreeks verband tussen een ziektegeval en een besmette geitenhouderij moeilijk is vast te stellen. Ze willen dat de boeren de totale schade onderling verdelen.[1]
     Bij een grote brand in een geitenhouderij in het Limburgse Belfeld zijn zo'n 250 geiten omgekomen. De brand brak uit rond één uur vannacht.[2]
Verwante begrippen
  • geitenhouder

Gangbaarheid

  • Het woord geitenhouderij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Q-koortspatienten eisen vergoeding” (Vrijdag 11 oktober 2013, 12:59), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Geiten dood door grote brand” (Woensdag 28 april 2010, 08:23), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.