gejuich

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gejuich    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·juich
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van juichen met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud meervoud
naamwoord gejuich -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgejuicho

  1. het aanhoudend juichen
    • Het gejuich van de supporters was werkelijk overweldigend. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gejuich staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.