geluidsmeter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geluidsmeter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·luids·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geluid zn en meter zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geluidsmeter | geluidsmeters |
verkleinwoord | geluidsmetertje | geluidsmetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geluidsmeter m
- toestel waarmee men de geluidsterkte kan meten
- ▸ Op het dak van haar huis staat een geluidsmeter. Die staat daar eigenlijk om de overlast door overvliegende vliegtuigen te registreren, maar hij wordt ook gebruikt voor de bouwwerkzaamheden. Overschrijdt de geluidssterkte de norm, dan moet de aannemer de werkzaamheden aanpassen.[2]
- ▸ Van der Laan denkt dat Amsterdam in de toekomst mogelijk vaker met de meetapparatuur gaat werken. Als bewoners klagen over overlast en zij er niet uitkomen met een ondernemer, kan een geluidsmeter helpen om een beter beeld van de situatie te krijgen.[3]
Synoniemen
- geluidmeter, geluidsniveaumeter
Gangbaarheid
- Het woord geluidsmeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Slaapproblemen, hoofdpijn en concentratiegebrek door geluidsoverlast'” (Donderdag 12 januari 2017, 18:42), NOS
- ↑ Weblink bron “Terrasonderzoek kostte 26.000 euro” (Vrijdag 14 maart 2014, 14:48), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.