geluidsvolume
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geluidsvolume (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·luids·vo·lu·me
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geluid zn en volume zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geluidsvolume | geluidsvolumes geluidsvolumen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het geluidsvolume o
- de hoeveelheid lawaai dat door iets wordt gemaakt
- ▸ Het geluidsvolume nam toe aan tafel, ze waren met iets meer dan twintig personen, de halve groep, vrij normaal voor een weekend in de herfs. Ze toostten afwisselend op de aanstaande overwinning van het NBF in Vietnam, de Moskvitsj en de uiteindelijke oplossing van de antisemietenkwestie op Sôrgàrden.[1]
Synoniemen
- geluidssterkte, luidheid, geluidsniveau, geluidsintensiteit, geluidbelasting, geluidsbelasting, geluidsdruk
Gangbaarheid
- Het woord geluidsvolume staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.