gemors

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemors    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·mors
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van morsen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gemors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgemorso

  1. het voortdurend knoeien, meestal van een vloeistof
  2. iets heel slordigs
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gemors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.