geprikkeldheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geprikkeldheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·prik·keld·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van geprikkeld met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geprikkeldheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geprikkeldheid v
- de mate waarin iemand geïrriteerd is of raakt
- ▸ Ik de tsaar om gratie vragen! zei Denisov met een stem waaraan hij zijn vroegere energie en heftigheid wilde geven, maar waarin slechts een machteloze geprikkeldheid klonk.[1]
- ▸ Deze informele sfeer van ouwe-jongens-krentenbrood kan bij een gering misverstand, of onder stress, snel omslaan in geprikkeldheid, juist omdat die buffer van formaliteit ontbreekt.[2]
Synoniemen
- opgewondenheid, getergdheid, ergernis, boosheid, opwinding, lichtgeraaktheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geprikkeldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028251151
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Beatrijs Ritsema“Vergeet het maar” (10/07/2009), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.