ergernis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ergernis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • er·ger·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘irritatie’ voor het eerst aangetroffen in 1566 [1]
  • Naamwoord van handeling van ergeren met het achtervoegsel -nis [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ergernis ergernissen
verkleinwoord ergernisje ergernisjes

Zelfstandig naamwoord

deergernisv

  1. een zaak die gevoelens van onvrede oproept
    • De ergernis deed hem rood aanlopen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ergernis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.