gespreksfakkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gespreksfakkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·spreks·fak·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gesprek zn en fakkel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gespreksfakkel | gespreksfakkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gespreksfakkel v / m
- een onderwerp dat een verhitte discussie veroorzaakt
- ▸ Ze proostten en wensten elkaar opnieuw een goede kerst en de stilte duurde nog een tijdje voort totdat Alice er als eerste genoeg van had en een krachtige gespreksfakkel in de kerstvrede wierp.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'gespreksfakkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.