gespreksvoering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gespreksvoering (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈsprɛksvurɪŋ / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·spreks·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gesprek zn en voering zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gespreksvoering | gespreksvoeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gespreksvoering v
- techniek van praten met een ander om tot een gewenst resultaat te komen
- ▸ Misschien moest ze hem betalen voor deze snelcursus tactische gespreksvoering.[1]
- ▸ Uit onderzoek is eens gebleken dat artsen gemiddeld 12 tot 18 seconden luisteren naar het verhaal van de patiënt voordat ze die onderbreken om een diagnose te stellen. Veldman: „Lang niet alle artsen beheersen de techniek om vragen te stellen. De oudere generatie is opgeleid voor medische zaken, niet voor gespreksvoering. Patiënten vinden zo'n gesprek spannend en vergeten vragen te stellen. Ze denken: de arts zal het wel beter weten.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord gespreksvoering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Weblink bron Tonny van der Mee“'Arts is geen almachtige God die alleen beslist'” (26-08-2017), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.