getrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  getrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·trouw
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen getrouwgetrouwergetrouwst
verbogen getrouwegetrouweregetrouwste
partitief getrouwsgetrouwers-

Bijvoeglijk naamwoord

getrouw [2]

  1. veel lijkend op
  2. trouw zijn aan een plicht
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord getrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.