gezalfde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezalfde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈzɑlfdə/
Woordafbreking
  • ge·zalf·de
Woordherkomst en -opbouw
  • zelfstandig gebruik van het voltooid deelwoord van zalven[1]

Werkwoord

vervoeging van: zalven…
verbogen vorm: gezalfdee

gezalfde

  1. verbogen vorm van gezalfd, voltooid deelwoord van zalven
enkelvoud meervoud
naamwoord gezalfde gezalfden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degezalfdem

  1. (religie) (Jiddisch-Hebreeuws) joods hogepriester (omdat die met wat zalfolie tot dat ambt werd gewijd)[2]
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) koning van de Joden (omdat die met wat zalfolie tot dat ambt werd gewijd)[3]
  3. (religie) (Jiddisch-Hebreeuws) (bij uitbreiding) brenger van heil, profeet, messias
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gezalfde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.