Christus

Niet te verwarren met: christus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Christus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɪstʏs/ (2 lettergrepen); /ˈxrɪstʏs/ (vooral bij sommige protestanten in Nederland)
Woordafbreking
  • Chris·tus
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Christus m

  1. (religie) in het christendom is Jezus Christus de eniggeboren Zoon van God en de door God in het Oude Testament (Tenach) bij monde van de profeten beloofde Messias
    • Stephan MacLeod zingt al jaren als bas-bariton bij de Nederlandse Bachvereniging. Maar de Zwitser is niet alleen zanger: hij profileert zich steeds nadrukkelijker als dirigent. In 2015 leidde hij bij de Bachvereniging de Matthäus. Dit jaar zong hij gewoon weer mee: in de Christus-partij en in de bas-aria’s, zodat je hem eerst een kruisdood hoorde sterven en vervolgens „Ich will Jesum selbst begraben” hoorde zingen.[3] 
  2. verouderde spelling of vorm van christus tot 2006
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Christus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.