gezegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezegen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·ze·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van zijgen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
Werkwoord
| vervoeging van: | zijgen… |
| geen verbogen vorm | |
gezegen
- voltooid deelwoord van zijgen
Gangbaarheid
- Het woord gezegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Turks
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | gezegen | gezegenler |
| genitief | gezegenin | gezegenlerin |
| datief | gezegene | gezegenlere |
| accusatief | gezegeni | gezegenleri |
| locatief | gezegende | gezegenlerde |
| ablatief | gezegenden | gezegenlerden |
Zelfstandig naamwoord
gezegen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.