gitaarles

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gitaarles    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gi·taar·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gitaarles gitaarlessen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degitaarlesv/m

  1. (muziek) les in het bespelen van de gitaar

Gangbaarheid

  • Het woord gitaarles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.