glorietijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glorietijd (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣloriˌtɛit / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- glo·rie·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van glorie zn en tijd zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glorietijd | glorietijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de glorietijd m
- periode in de geschiedenis dat alles geweldig goed was
- ▸ Het moet haar even hebben teruggebracht naar haar glorietijd in het prerevolutionaire Sint-Petersburg.[2]
- periode in de geschiedenis dat men overwinningen behaalde
- ▸ Woods, die in november 2020 zijn laatste toernooi speelde en daarna lange tijd revalideerde na een auto-ongeluk, maakte donderdag nog indruk. Twee dagen later strompelde hij over de baan en weinig deed herinneren aan zijn glorietijd.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord glorietijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Scheffler ziet voorsprong slinken op Masters, Woods zakt ver weg” (ZO 10 APRIL), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.