goði
IJslands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɡoːjɪ/
Woordherkomst en -opbouw
- Het woord stamt uit het Protogermaans.
Zelfstandig naamwoord
goði m
- (religie), (mythologie) een heidens priester en stamhoofd in de Germaanse mythologie
Oudnoords
Woordafbreking
- go·ði
Zelfstandig naamwoord
goði m
- (religie), (mythologie) priester
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | goði | |||
genitief | ||||
datief | ||||
accusatief |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.