priester

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  priester    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pries·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geestelijke’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • Van Latijn presbyter (oude man, ouderling, priester). Op zijn beurt van Grieks presbuteros (ouder), overtreffende trap van presbus (oud). [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord priester priesters
verkleinwoord priestertje priestertjes

Zelfstandig naamwoord

depriesterm

  1. (beroep) (religie) iemand die de religieuze (offer) rituelen verzorgt
    • De priesters van Amon waren bijzonder machtig in het Egypte van de 21ste dynastie. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord priester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.