godheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  godheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • god·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van god met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord godheid godheden
verkleinwoord godheidje godheidjes

Zelfstandig naamwoord

degodheidv

  1. (religie) een hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht voor (bepaalde aspecten van) de werkelijkheid
    • Een afbeelding van een godheid. 
  2. (figuurlijk) een expert op een bepaald gebied
    • Hij is een godheid op het gebied van hogere wiskunde. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord godheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.