goedbloed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goedbloed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • goed·bloed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goedbloed goedbloeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degoedbloedm

  1. een heel aardig iemand
     Hij ademde diep in en uit. 'Het moet toeval zijn. Ik kan niet geloven dat er opzet in het spel was.' Nee, natuurlijk kon hij dat niet, die goedbloed. Ze zweeg.[3]
  2. (figuurlijk) Joris Goedbloed: een goedmoedige sukkel die te goed voor deze wereld is en makkelijk bedrogen kan worden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord goedbloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.