gola
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gola (hulp, bestand)
- IPA: /ɡo'la/
- Sofeer: ğola
Woordafbreking
- go·la
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de gola v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) ballingschap, diaspora
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gola' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Portugees
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈɡɔ.lɐ/
Woordafbreking
- go·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gola | golas |
Zelfstandig naamwoord
gola v
- (kleding) kraag, col
- (militair) (bouwkunde) de denkbeeldige rechte lijn tussen de twee flanken in een verdedigingswerk
- (militair) (bouwkunde) in vestingwerken, de ruimte tussen de uiteinden van de zijden van een uitspringende hoek, corniche, kroonlijst
- (scheepvaart) een metalen ringstuk aan de onderkant van de kaapstander
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Aulete, Francisco Júlio de Caldasgola in: Dicionário Aulete, Lexikon Editora Digital. op aulete.com.br
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈgo.la/
Woordafbreking
- go·la
Woordherkomst en -opbouw
- Ontwikkeld uit Volkslatijn *gola (literair Latijn gula).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gola | golas |
Zelfstandig naamwoord
gola v
Verwijzingen
- gola in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.