gommakoekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gommakoekje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈgɔmaˌkukjə/
Woordafbreking
  • gom·ma·koek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord (gommakoek) -
verkleinwoord gommakoekje gommakoekjes

Zelfstandig naamwoord

hetgommakoekjeo dim. tant.

  1. (voeding) Surinaams koekje van tapioca of maizena, boter en suiker, versierd met suikermuisjes
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gommakoekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.