grensbewaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grensbewaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grens·be·wa·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grensbewaker grensbewakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degrensbewakerm

  1. (beroep) bewaker van een grens
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grensbewaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.