grenswachter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grenswachter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grens·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grenswachter grenswachters
verkleinwoord grenswachtertje grenswachtertjes

Zelfstandig naamwoord

degrenswachterm

  1. (beroep) bewaker van de landsgrens
  2. douanier
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grenswachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.