grensvlak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grensvlak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grens·vlak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grens ww en vlak [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grensvlak | grensvlakken |
verkleinwoord | grensvlakje | grensvlakjes |
Zelfstandig naamwoord
het grensvlak o
- vlak (aan de rand) dat een grens aangeeft (een overgang tussen verschillende materiaalsoorten)
Gangbaarheid
- Het woord grensvlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grensvlak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.