grensvlak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grensvlak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grens·vlak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grensvlak grensvlakken
verkleinwoord grensvlakje grensvlakjes

Zelfstandig naamwoord

hetgrensvlako

  1. vlak (aan de rand) dat een grens aangeeft (een overgang tussen verschillende materiaalsoorten)

Gangbaarheid

  • Het woord grensvlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.