griepverschijnsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: griepverschijnsel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- griep·ver·schijn·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van griep zn en verschijnsel zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | griepverschijnsel | griepverschijnselen griepverschijnsels |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het griepverschijnsel o
- (medisch) klachten die grieppatiënten kunnen hebben
- ▸ De bijwerkingen zijn normaal een dik boekwerk. Maar ik heb bijna geen bijwerkingen gehad. Een keer raakte ik in shock, omdat het medicijn in een half uur werd toegediend. En ik had wat griepverschijnselen."[1]
- ▸ "Omdat er de afgelopen weken een Paasdag tussen zat en de huisartsen dicht waren, meldden mensen met griepverschijnselen zich bij de huisartsenpost. En die cijfers nemen wij niet mee in deze griepmeting."[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord griepverschijnsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Danny van Zeggelaar“Twee keer opgegeven en toch nog in leven dankzij immuuntherapie” (01-10-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Hardnekkige griepgolf duurt nu al achttien weken” (17-04-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.