hoofdpijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoofdpijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhof(t)pɛin / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- hoofd·pijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en pijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdpijn | hoofdpijnen |
verkleinwoord | hoofdpijntje | hoofdpijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de hoofdpijn v / m
- (medisch) pijn in het hoofd
- Omdat ik al een tijdje last van hoofdpijn heb, ben ik gisteren aspirines gaan kopen.
- ▸ Ik was kortademig en had ’s avonds hoofdpijn. Wonen op drie meter onder zeeniveau (NAP) is heel wat anders dan lopen op duizend meter boven de zeespiegel.[1]
Hyponiemen
- clusterhoofdpijn, ijshoofdpijn, spanningshoofdpijn, spierspanningshoofdpijn
Afgeleide begrippen
- hoofdpijndossier, hoofdpijnportefeuille
Vertalingen
1. pijn in het hoofd
|
Gangbaarheid
- Het woord hoofdpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoofdpijn" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.