grote

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grote    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈxrotə/ (2 lettergrepen)
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • gro·te
Woordherkomst en -opbouw
  • bn:  groot bn  met de uitgang -e
  • zn: afgeleid van  groot bn  met het achtervoegsel -e

Bijvoeglijk naamwoord

grote

  1. verbogen vorm van de stellende trap van groot
     Ik had een grote powerbank die mijn telefoon 12 keer kon opladen, dus besloot ik het vanaf toen alleen met digitale hulpmiddelen te doen.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord grote groten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degrotev/m

  1. iemand die belangrijk is
  2. kind dat ouder is
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈɣroːtɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grote
groodje
gegroodj
zwak volledig

Werkwoord

grote

  1. ontdekken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.