haakje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haakje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhakjə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haak·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord haakje haakjes

Zelfstandig naamwoord

hethaakjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haak
     Gedesillusioneerd rolde ik mijn vislijn weer op en borg het haakje weer veilig weg.[1]
  2. dim. tant. elk van de tekens, rond of met hoeken, om woorden of getallen af te zonderen dus ( ) [ ]
Afgeleide begrippen
  • [2] haakje openen
  • [2] haakje sluiten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord haakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.