habitus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  habitus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhabitʏs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ha·bi·tus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord habitus habitus
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehabitusm

  1. gewone uiterlijke gedaante, houding of gedrag bij mens, plant en dier
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord habitus
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord habitus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.