hakselaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hakselaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hak·se·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van hakselen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord hakselaar hakselaars
verkleinwoord hakselaartje hakselaartjes

Zelfstandig naamwoord

dehakselaarm

  1. (landbouw) (gereedschap) landbouwmachine die hooi of stro hakselt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hakselaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.