hallenkerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hallenkerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑlə(n)ˌkɛrək/ (3 of 4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɦɑ.ləˌkɛrk/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑ.ləˌkɛrk/
Woordafbreking
  • hal·len·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hallenkerk hallenkerken
verkleinwoord hallenkerkje hallenkerkjes

Zelfstandig naamwoord

dehallenkerkv/m

  1. (bouwkunde) (religie) een kerk met meerdere beuken, waarvan de zijbeuken ongeveer even hoog en soms ook even breed zijn als de middenbeuk [1]
    • In de meeste gevallen ontstond een hallenkerk door het vergroten van een basiliek of pseudobasiliek, waarbij het voormalige transept vaak werd opgenomen in de nieuwe zijbeuken. [2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hallenkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.