hammondorgel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hammondorgel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɛmɔntˌɔrɣəl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ham·mond·or·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hammondorgel hammondorgels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethammondorgelo

  1. (muziekinstrument) een elektrisch (niet een elektronisch!) orgel
    • We kwamen in een bogenkelder waar een man achter een hammondorgel en een rondborstige zangeres evergreens zongen die zwommen in de echo's. Op de dansvloer zwierde een West-Duits stel op leeftijd, terwijl hun reisgenoten luidruchtig Dresden becommentarieerden.[3] 
    • Het is een beklemmende scène die De Jong met jazzband Bruut! oproept. Het optreden, dat het midden houdt tussen performance en jazz, heet eenvoudigweg Wilfried de Jong & Bruut!. Het feloranje kostuum van De Jong contrasteert met het zwart van de jazzmannen. De band bestaat uit sax, hammondorgel, drums en bas. Ze spelen swingend, boppend en heerlijk freewheelend, veel meer dan begeleiding alleen. Jazzliefhebber De Jong neemt de bandleden en het publiek mee op een muzikale reis.[4]  

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord hammondorgel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.