handgreep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handgreep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hand·greep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handgreep handgrepen
verkleinwoord handgreepje handgreepjes

Zelfstandig naamwoord

dehandgreepm

  1. handvat, het deel van een voorwerp waarmee men het object kan verplaatsen, optillen of anderszins (met de hand) gebruiken of bedienen.
    • Naargelang het voorwerp geeft men de handgreep soms een andere naam, die als synoniemen kunnen worden beschouwd 

Gangbaarheid

  • Het woord handgreep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.