hartinfarct
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hartinfarct (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑrtɪɱˌfɑrəkt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- hart·in·farct
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hart zn en infarct zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hartinfarct | hartinfarcten |
verkleinwoord | hartinfarctje | hartinfarctjes |
Zelfstandig naamwoord
het hartinfarct o
- (medisch) verstopping van een kransslagader of een tak hiervan, leidend tot het afsterven van hartspierweefsel
- Risicofactoren voor een hartinfarct zijn onder andere roken, hypertensie, hypercholesterolemie, overgewicht en suikerziekte.
- ▸ De 55-jarige Van Inkel gaat niet in op berichten dat hij een hartinfarct heeft gehad. ,,Het is een privégelegenheid, ik ben op dit moment niet in staat op vaste basis een programma te maken’’, zei Van Inkel al eerder tegen deze site.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hartinfarct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hartinfarct" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gudo Tienhooven en Mark den Blanken“‘Ontevreden’ Van Inkel voorlopig nog thuis” (31-05-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.