hauw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hauw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hauw
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘type vrucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hauw hauwen
verkleinwoord hauwtje hauwtjes

Zelfstandig naamwoord

dehauwv/m

  1. (plantkunde) een droge doosvrucht, die minstens driemaal zo lang als breed is, zoals bij koolzaad en pinksterbloem
    • Een hauw bestaat uit twee steriele en twee fertiele vruchtbladen, waarvan de bladranden van de fertiele vruchtbladen zijn vergroeid tot randstandige zaadlijsten en een hauw is daarmee tweehokkig en tweekleppig. 
Gelijkklinkende woorden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.