hazelaarsbos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hazelaarsbos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·ze·laars·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hazelaarsbos hazelaarsbossen
verkleinwoord hazelaarsbosje hazelaarsbosjes

Zelfstandig naamwoord

hethazelaarsboso [1]

  1. een bosje met hazelaars
     De grond onder haar voeten was weer rustig, de stevige aarde van het hazelaarsbos; en toen ze in de poel keek zag ze afgebroken takken, door de vreemde wind die door het bos had gewoed.[2]
     Was het verwekt door Accolon op de dag van de zonsverduistering? Maar dan was het een kind van de God, die op die dag in het hazelaarsbos tot hen was gekomen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'hazelaarsbos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.