heelkruid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heelkruid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhelkrœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • heel·kruid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heelkruid [1] -
[2] heelkruiden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetheelkruido

  1. (plantkunde) schermbloemige plant Sanicula europaea , waarvan het sap en aftreksels traditioneel door heelmeesters werden gebruikt om verschillende kwalen te bestrijden
     De schermen van het heelkruid zijn samengesteld en wit of roodachtig van kleur. Van elk schermpje zijn de binnenste drie bloemen ongesteeld; zij hebben meeldraden en een stamper.[3]
  2. plant met delen die traditioneel worden gebruikt om kwalen te bestrijden
     Met behulp van dit ‘heelkruid’ moest Odysseus de tovenares Kirke, zelf een bedreven kruidenkundige, dwingen haar farmaceutische gaven, die zij besteed had aan het veranderen van mensen in varkens (slachtvee, materie), voor een omgekeerd doel te gebruiken: van varkens mensen te maken.[4]
Opmerkingen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'heelkruid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. heelkruid op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Blöte-Obbes, M.C.
    “De geurende kruidhof” (1941), De Haan, Utrecht, p. 152
  4. Weblink bron De experimentele explosie in Nederland (slot) in: De Gids., jrg. 141 nr. 1, Meulenhoff, Amsterdam, p. 40
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.